Lijst met woorden van 14 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 22 woorden van veertien letters eindigend met ERUITboert␣achteruit brachten␣heruit deins␣achteruit gingen␣onderuit haalde␣onderuit keken␣achteruit kijkt␣achteruit loopt␣achteruit lopen␣achteruit reden␣achteruit rijdt␣achteruit schop␣achteruit schopt␣onderuit slaan␣achteruit slaat␣achteruit sloeg␣achteruit steek␣achteruit weken␣achteruit wijkt␣achteruit zakken␣onderuit zakten␣onderuit zette␣achteruit 42 definities gevonden- boert␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitboeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitboeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitboeren.
- brachten␣heruit — w. Meervoud verleden tijd van heruitbrengen.
- deins␣achteruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitdeinzen. — w. Gebiedende wijs van achteruitdeinzen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- gingen␣onderuit — w. Meervoud verleden tijd van onderuitgaan.
- haalde␣onderuit — w. Enkelvoud verleden tijd van onderuithalen.
- keken␣achteruit — w. Meervoud verleden tijd van achteruitkijken.
- kijkt␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitkijken.
- loopt␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitlopen.
- lopen␣achteruit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van achteruitlopen.
- reden␣achteruit — w. Meervoud verleden tijd van achteruitrijden.
- rijdt␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitrijden.
- schop␣achteruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitschoppen. — w. Gebiedende wijs van achteruitschoppen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- schopt␣onderuit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderuitschoppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderuitschoppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onderuitschoppen.
- slaan␣achteruit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van achteruitslaan.
- slaat␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitslaan.
- sloeg␣achteruit — w. Enkelvoud verleden tijd van achteruitslaan.
- steek␣achteruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitsteken. — w. Gebiedende wijs van achteruitsteken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- weken␣achteruit — w. Meervoud verleden tijd van achteruitwijken.
- wijkt␣achteruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitwijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitwijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitwijken.
- zakken␣onderuit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van onderuitzakken.
- zakten␣onderuit — w. Meervoud verleden tijd van onderuitzakken.
- zette␣achteruit — w. Enkelvoud verleden tijd van achteruitzetten.
|