Lijst met woorden van 9 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10
Er zijn 16 woorden van negen letters eindigend met ELTAFbeitelt␣af bestelt␣af duikelt␣af fakkelt␣af handelt␣af haspelt␣af koppelt␣af raffelt␣af rammelt␣af ranselt␣af ronselt␣af sappelt␣af wentelt␣af wikkelt␣af wimpelt␣af wisselt␣af 48 definities gevonden- beitelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbeitelen.
- bestelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbestellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbestellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbestellen.
- duikelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduikelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduikelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afduikelen.
- fakkelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van affakkelen.
- handelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhandelen.
- haspelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhaspelen.
- koppelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoppelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoppelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkoppelen.
- raffelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraffelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraffelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afraffelen.
- rammelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aframmelen.
- ranselt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afranselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afranselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afranselen.
- ronselt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afronselen.
- sappelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsappelen.
- wentelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwentelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwentelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwentelen.
- wikkelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwikkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwikkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwikkelen.
- wimpelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwimpelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwimpelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwimpelen.
- wisselt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwisselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwisselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwisselen.
|