Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 15
Er zijn 23 woorden eindigend met ENIETdeden␣teniet deed␣teniet deugeniet doeniet doen␣teniet doe␣teniet doet␣teniet gaan␣teniet gaat␣teniet galeniet ga␣teniet geniet gingen␣teniet ging␣teniet Jemeniet Keniet meegeniet meniet mens-erger-je-niet nageniet Reoeveniet Rubeniet teniet 37 definities gevonden- deden␣teniet — w. Meervoud verleden tijd van tenietdoen.
- deed␣teniet — w. Enkelvoud verleden tijd van tenietdoen.
- deugeniet — n. Kind dat (op een leuke manier) speels en ongehoorzaam is.
- doeniet — n. Iemand die niets nuttigs doet.
- doen␣teniet — w. Meervoud tegenwoordige tijd van tenietdoen.
- doe␣teniet — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. Gebiedende wijs van tenietdoen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen.
- doet␣teniet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tenietdoen.
- gaan␣teniet — w. Meervoud tegenwoordige tijd van tenietgaan.
- gaat␣teniet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietgaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietgaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tenietgaan.
- galeniet — n. (Mineraal) een loodsulfide met de chemische formule PbS.
- ga␣teniet — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietgaan. — w. Gebiedende wijs van tenietgaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietgaan.
- geniet — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van genieten#gebiedende wijs van genieten.
- gingen␣teniet — w. Meervoud verleden tijd van tenietgaan.
- ging␣teniet — w. Enkelvoud verleden tijd van tenietgaan.
- Jemeniet — n. (Demoniem) een inwoner van Jemen, of iemand afkomstig uit Jemen.
- Keniet — n. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van een nomadisch volk in of bij het…
- meegeniet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegenieten.
- meniet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meniën. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meniën. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meniën.
- mens-erger-je-niet — n. (Spel) bordspel met een dobbelsteen en vier pionnen per speler.
- nageniet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagenieten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagenieten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagenieten.
- Reoeveniet — n. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van de stam Ruben-2, inwoner van het…
- Rubeniet — n. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van de stam Ruben-2, inwoner van het…
- teniet — bijw. Bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: tot niets teruggebracht.
|