Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9
Er zijn 12 woorden eindigend met ENTAFpent␣af rent␣af went␣af —— beent␣af boent␣af dient␣af zoent␣af —— bakent␣af regent␣af rekent␣af tekent␣af —— stevent␣af 36 definities gevonden- pent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpennen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpennen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpennen.
- rent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrennen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrennen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrennen.
- went␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwennen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwennen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwennen.
- beent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbenen.
- boent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afboenen.
- dient␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdienen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdienen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdienen.
- zoent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzoenen.
- bakent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbakenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbakenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbakenen.
- regent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afregenen.
- rekent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrekenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrekenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrekenen.
- tekent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftekenen.
- stevent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstevenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstevenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afstevenen.
|