Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 12 woorden eindigend met EPELTlepelt repelt —— hoepelt klepelt piepelt siepelt —— afrepelt inlepelt oplepelt —— ophoepelt —— versoepelt —— overkoepelt 32 definities gevonden- lepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lepelen.
- repelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van repelen.
- hoepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hoepelen.
- klepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klepelen.
- piepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van piepelen.
- siepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van siepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van siepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van siepelen.
- afrepelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrepelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrepelen.
- inlepelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlepelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlepelen.
- oplepelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplepelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplepelen.
- ophoepelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoepelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoepelen.
- versoepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versoepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versoepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van versoepelen.
- overkoepelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkoepelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkoepelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overkoepelen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|