Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 17
Er zijn 24 woorden eindigend met ETIJDaangiftetijd academietijd blessuretijd drogetijd glorietijd halfwaardetijd heremetijd incubatietijd introductietijd koffietijd latentietijd onvoltooide␣tijd periodetijd privétijd rekte␣tijd rondetijd stagetijd studietijd tegenwoordige␣tijd theetijd toekomende␣tijd vakantietijd vrije␣tijd zonnetijd 27 definities gevonden- aangiftetijd — n. De tijdsperiode waarin men een belastingaangifte kan en moet doen.
- academietijd — n. (Onderwijs) (tijdrekening) periode dat men heeft gestudeerd…
- blessuretijd — n. (Sport) toegevoegde speeltijd in geval van blessures tijdens een wedstrijd.
- drogetijd — n. (Tijdrekening) (meteorologie) periode van het jaar dat er geen…
- glorietijd — n. Periode in de geschiedenis dat alles geweldig goed was. — n. Periode in de geschiedenis dat men overwinningen behaalde.
- halfwaardetijd — n. (Techniek), (natuurkunde) de tijd waarin een exponentieel vervallend…
- heremetijd — tuss. Uitroep van opperste verbazing.
- incubatietijd — n. (Medisch) de tijd tussen besmetting met een microorganisme… — n. De tijd tussen de oorzaak en de gevolgen van een gebeurtenis.
- introductietijd — n. Periode waarin men in de gelegenheid wordt gesteld kennis te…
- koffietijd — n. Tijd waarop men gewoonlijk koffie drinkt.
- latentietijd — n. (Medisch) tijd tussen prikkeling en reactie (waarin niets merkbaar is).
- onvoltooide␣tijd — n. (Grammatica) vorm van een werkwoord die het voortduren van…
- periodetijd — n. (Natuurkunde), (elektronica) de lengte van een periode uitgedrukt…
- privétijd — n. De tijd die men heeft voor zijn eigen persoonlijke leven; vrije tijd.
- rekte␣tijd — w. Enkelvoud verleden tijd van tijdrekken.
- rondetijd — n. (Sport) de tijd die het duurt om één keer een ringvormig parcours…
- stagetijd — n. De periode dat men tijdens een opleiding onder begeleiding…
- studietijd — n. De tijd in iemands leven dat men studeert. — n. De tijd die een normstudent nodig heeft voor een opleidingsprogramma…
- tegenwoordige␣tijd — fr. (Taalkunde) de aanduiding dat het huidige moment bedoeld wordt.
- theetijd — n. Het tijdstip dat men in de namiddag een maaltijd gebruikte…
- toekomende␣tijd — n. (Grammatica) begrip uit de grammatica, dat een handeling zich…
- vakantietijd — n. Periode van het jaar dat men gewoonlijk vrij heeft en op vakantie kan gaan.
- vrije␣tijd — fr. Tijd die men naar eigen goeddunken kan besteden.
- zonnetijd — n. De plaatselijke tijd gemeten met een zonnewijzer; de ware tijd;…
|