Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11
Er zijn 13 woorden eindigend met EERTAFkeert␣af leert␣af marcheert␣af meert␣af monteert␣af reageert␣af scheert␣af serveert␣af smeert␣af studeert␣af teert␣af weert␣af zweert␣af 39 definities gevonden- keert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkeren.
- leert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afleren.
- marcheert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmarcheren.
- meert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmeren.
- monteert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmonteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmonteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmonteren.
- reageert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreageren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreageren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afreageren.
- scheert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afscheren.
- serveert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afserveren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afserveren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afserveren.
- smeert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsmeren.
- studeert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afstuderen.
- teert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afteren.
- weert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afweren.
- zweert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzweren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzweren.
|