Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden eindigend met

Snelle modus

Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen

Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat7891011


Er zijn 22 woorden eindigend met ELTUIT

pelt␣uittelt␣uit  ——  deelt␣uitjoelt␣uitsmelt␣uitspelt␣uitstelt␣uit  ——  ijdeltuitkavelt␣uitrafelt␣uitspeelt␣uitspoelt␣uitvogelt␣uit  ——  beitelt␣uitmergelt␣uitmiddelt␣uitwisselt␣uitzwavelt␣uit  ——  borstelt␣uitknobbelt␣uitschakelt␣uitstippelt␣uit

63 definities gevonden

  • pelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpellen.
  • telt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittellen.
  • deelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelen.
  • joelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitjoelen.
  • smelt␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten #gebiedende wijs van uitsmelten.
  • spelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspellen.
  • stelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstellen.
  • ijdeltuit — n. (Pejoratief) iemand met te veel aandacht en waardering voor… — n. (Pejoratief) (figuurlijk) iemand met overdreven aandacht en…
  • kavelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkavelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkavelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkavelen.
  • rafelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrafelen.
  • speelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspelen.
  • spoelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspoelen.
  • vogelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvogelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvogelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvogelen.
  • beitelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbeitelen.
  • mergelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmergelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmergelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmergelen.
  • middelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmiddelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmiddelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmiddelen.
  • wisselt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwisselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwisselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwisselen.
  • zwavelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzwavelen.
  • borstelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitborstelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitborstelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitborstelen.
  • knobbelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknobbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknobbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitknobbelen.
  • schakelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschakelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschakelen.
  • stippelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstippelen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.