Lijst met woorden van 6 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vierde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vierde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8
Er zijn 21 woorden van zes letters eindigend met GOPbergop berg␣op borg␣op daag␣op dreg␣op ging␣op hangop hang␣op hing␣op hoog␣op jaag␣op joeg␣op tuig␣op vang␣op veeg␣op ving␣op volg␣op weeg␣op woog␣op zoog␣op zuig␣op 46 definities gevonden- bergop — bijw. Omhoog langs de helling van een grote verhoging in het landschap.
- berg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbergen. — w. Gebiedende wijs van opbergen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbergen.
- borg␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbergen.
- daag␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdagen. — w. Gebiedende wijs van opdagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdagen.
- dreg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreggen. — w. Gebiedende wijs van opdreggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreggen.
- ging␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opgaan.
- hangop — n. Uitgelekte karnemelk. — n. Uitgelekte volle yoghurt.
- hang␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen. — w. Gebiedende wijs van ophangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen.
- hing␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van ophangen.
- hoog␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophogen. — w. Gebiedende wijs van ophogen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophogen.
- jaag␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjagen. — w. Gebiedende wijs van opjagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjagen.
- joeg␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opjagen.
- tuig␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen. — w. Gebiedende wijs van optuigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen.
- vang␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvangen. — w. Gebiedende wijs van opvangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvangen.
- veeg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvegen. — w. Gebiedende wijs van opvegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvegen.
- ving␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opvangen.
- volg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvolgen. — w. Gebiedende wijs van opvolgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvolgen.
- weeg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwegen. — w. Gebiedende wijs van opwegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwegen.
- woog␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opwegen.
- zoog␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opzuigen.
- zuig␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen. — w. Gebiedende wijs van opzuigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen.
|