|
Lijst met woorden van 6 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 20
Er zijn 13 woorden van zes letters eindigend met GAANafgaan begaan ingaan lag␣aan leg␣aan lig␣aan log␣aan nagaan omgaan opgaan orgaan zag␣aan zeg␣aan 33 definities gevonden- afgaan — w. Ergatief naar beneden gaan. — w. Ergatief afgeschoten worden, in werking gebracht worden. — w. Ergatief een slechte indruk nalaten.
- begaan — w. Overgankelijk iets doen dat onjuist of verboden is. — w. Overgankelijk een plaats betreden. — w. Iemand laten begaan: iemand niet hinderen of stoppen.
- ingaan — w. Inergatief ~ op: ergens op reageren. — w. Ergatief van start gaan. — w. Ergatief binnengaan.
- lag␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanliggen.
- leg␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen. — w. Gebiedende wijs van aanleggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen.
- lig␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanliggen. — w. Gebiedende wijs van aanliggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanliggen.
- log␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloggen. — w. Gebiedende wijs van aanloggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloggen.
- nagaan — w. Ergatief zeker maken dat een bewering of gevolgtrekking klopt.
- omgaan — w. Ergatief om iets heen gaan. — w. Ergatief verstrijken van de tijd. — w. Ergatief omgang hebben met.
- opgaan — w. Ergatief oprijzen, omhooggaan. — w. Ergatief een succes zijn, juist blijken. — w. Deel worden van een groter geheel en daarin niet meer als afzonderlijk…
- orgaan — n. (Biologie) onderdeel van het organisme, samengesteld uit weefsels… — n. Instelling, persoon, publicatie van een organisatie gebruikt… — n. Onderdeel van een organisatie of instelling.
- zag␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanzien.
- zeg␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen. — w. Gebiedende wijs van aanzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen.
| |