Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden van 7 letters eindigend met

Snelle modus

Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen

Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat678910


Er zijn 21 woorden van zeven letters eindigend met GTAF

buigt␣afdingt␣afdregt␣afhangt␣afjaagt␣aflangt␣afliegt␣afloogt␣afplagt␣afraagt␣afrijgt␣aftuigt␣afvaagt␣afvangt␣afveegt␣afvergt␣afvlagt␣afweegt␣afzaagt␣afzengt␣afzuigt␣af

63 definities gevonden

  • buigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbuigen.
  • dingt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdingen.
  • dregt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdreggen.
  • hangt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhangen.
  • jaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afjagen.
  • langt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflangen.
  • liegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afliegen.
  • loogt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflogen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflogen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflogen.
  • plagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afplaggen.
  • raagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afragen.
  • rijgt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrijgen.
  • tuigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftuigen.
  • vaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvagen.
  • vangt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvangen.
  • veegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvegen.
  • vergt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvergen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvergen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvergen.
  • vlagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlaggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlaggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvlaggen.
  • weegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwegen.
  • zaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzagen.
  • zengt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzengen.
  • zuigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzuigen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.