Lijst met woorden van 8 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10
Er zijn 16 woorden van acht letters eindigend met GTAANgingt␣aan hangt␣aan hingt␣aan jaagt␣aan joegt␣aan laagt␣aan langt␣aan lengt␣aan mengt␣aan rijgt␣aan tijgt␣aan tuigt␣aan vangt␣aan veegt␣aan voegt␣aan zuigt␣aan 40 definities gevonden- gingt␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aangaan.
- hangt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhangen.
- hingt␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aanhangen.
- jaagt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanjagen.
- joegt␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aanjagen.
- laagt␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aanliggen.
- langt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanlangen.
- lengt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanlengen.
- mengt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanmengen.
- rijgt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanrijgen.
- tijgt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aantijgen.
- tuigt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aantuigen.
- vangt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvangen.
- veegt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvegen.
- voegt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvoegen.
- zuigt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzuigen.
|