Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 12
Er zijn 22 woorden eindigend met GNEERaccompagneer aligneer assigneer boog␣neer buig␣neer consigneer designeer ging␣neer hang␣neer hing␣neer impregneer lag␣neer leg␣neer lig␣neer resigneer signeer sloeg␣neer soigneer stagneer zag␣neer zeeg␣neer zijg␣neer 52 definities gevonden- accompagneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren. — w. Gebiedende wijs van accompagneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren.
- aligneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aligneren. — w. Gebiedende wijs van aligneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aligneren.
- assigneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assigneren. — w. Gebiedende wijs van assigneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assigneren.
- boog␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerbuigen.
- buig␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerbuigen. — w. Gebiedende wijs van neerbuigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerbuigen.
- consigneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consigneren. — w. Gebiedende wijs van consigneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consigneren.
- designeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designeren. — w. Gebiedende wijs van designeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designeren.
- ging␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neergaan.
- hang␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhangen. — w. Gebiedende wijs van neerhangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhangen.
- hing␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerhangen.
- impregneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impregneren. — w. Gebiedende wijs van impregneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impregneren.
- lag␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerliggen.
- leg␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerleggen. — w. Gebiedende wijs van neerleggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerleggen.
- lig␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerliggen. — w. Gebiedende wijs van neerliggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerliggen.
- resigneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van resigneren. — w. Gebiedende wijs van resigneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van resigneren.
- signeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van signeren. — w. Gebiedende wijs van signeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van signeren.
- sloeg␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerslaan.
- soigneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soigneren. — w. Gebiedende wijs van soigneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soigneren.
- stagneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stagneren. — w. Gebiedende wijs van stagneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stagneren.
- zag␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerzien.
- zeeg␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerzijgen.
- zijg␣neer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerzijgen. — w. Gebiedende wijs van neerzijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerzijgen.
|