Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10
Er zijn 19 woorden eindigend met GVOORlag␣voor leg␣voor lig␣voor zeg␣voor —— ging␣voor hang␣voor hing␣voor lieg␣voor loog␣voor zing␣voor zong␣voor —— breng␣voor draag␣voor dring␣voor droeg␣voor drong␣voor sloeg␣voor —— beding␣voor bedong␣voor 39 definities gevonden- lag␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorliggen.
- leg␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleggen. — w. Gebiedende wijs van voorleggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleggen.
- lig␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. Gebiedende wijs van voorliggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen.
- zeg␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. Gebiedende wijs van voorzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen.
- ging␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorgaan.
- hang␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhangen. — w. Gebiedende wijs van voorhangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhangen.
- hing␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorhangen.
- lieg␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliegen. — w. Gebiedende wijs van voorliegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliegen.
- loog␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorliegen.
- zing␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen. — w. Gebiedende wijs van voorzingen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen.
- zong␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorzingen.
- breng␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbrengen. — w. Gebiedende wijs van voorbrengen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbrengen.
- draag␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordragen. — w. Gebiedende wijs van voordragen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordragen.
- dring␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordringen. — w. Gebiedende wijs van voordringen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordringen.
- droeg␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voordragen.
- drong␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voordringen.
- sloeg␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorslaan.
- beding␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbedingen. — w. Gebiedende wijs van voorbedingen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbedingen.
- bedong␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorbedingen.
|