Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de negende tot laatste letter te kiezen
Klik om de negende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 11 12 13 14 15
Er zijn 22 woorden eindigend met GEVANGENgevangen hielden␣gevangen hield␣gevangen houden␣gevangen houd␣gevangen houdt␣gevangen hou␣gevangen krijgsgevangen naamt␣gevangen namen␣gevangen nam␣gevangen neem␣gevangen neemt␣gevangen nemen␣gevangen zaten␣gevangen zat␣gevangen zelfgevangen zet␣gevangen zette␣gevangen zetten␣gevangen zit␣gevangen zitten␣gevangen 35 definities gevonden- gevangen — bijv. In hechtenis genomen, van de vrijheid beroofd. — bijw. Bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gevang.
- hielden␣gevangen — w. Meervoud verleden tijd van gevangenhouden.
- hield␣gevangen — w. Enkelvoud verleden tijd van gevangenhouden.
- houden␣gevangen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden.
- houd␣gevangen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden. — w. Gebiedende wijs van gevangenhouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- houdt␣gevangen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gevangenhouden.
- hou␣gevangen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden. — w. Gebiedende wijs van gevangenhouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- krijgsgevangen — bijv. (Militair) in (of vlak na) een oorlog door de vijand gevangen genomen.
- naamt␣gevangen — w. Gij-vorm verleden tijd van gevangennemen.
- namen␣gevangen — w. Meervoud verleden tijd van gevangennemen.
- nam␣gevangen — w. Enkelvoud verleden tijd van gevangennemen.
- neem␣gevangen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangennemen. — w. Gebiedende wijs van gevangennemen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangennemen.
- neemt␣gevangen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangennemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangennemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gevangennemen.
- nemen␣gevangen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van gevangennemen.
- zaten␣gevangen — w. Meervoud verleden tijd van gevangenzitten.
- zat␣gevangen — w. Enkelvoud verleden tijd van gevangenzitten.
- zelfgevangen — bijv. Zonder hulp van anderen gevangen, met name van vis.
- zet␣gevangen — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenzetten#gebiedende…
- zette␣gevangen — w. Enkelvoud verleden tijd van gevangenzetten.
- zetten␣gevangen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van gevangenzetten. — w. Meervoud verleden tijd van gevangenzetten.
- zit␣gevangen — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenzitten#gebiedende…
- zitten␣gevangen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van gevangenzitten.
|