Lijst met woorden van 8 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vierde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vierde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 14
Er zijn 18 woorden van acht letters eindigend met IDTaanduidt aanleidt aanweidt afkruidt herleidt inbreidt misleidt uitduidt uitleidt uitluidt uitweidt verbeidt verleidt verluidt verweidt vetweidt voorbidt wegleidt 45 definities gevonden- aanduidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanduiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanduiden.
- aanleidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleiden.
- aanweidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanweiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanweiden.
- afkruidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkruiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkruiden.
- herleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van herleiden.
- inbreidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbreiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbreiden.
- misleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van misleiden.
- uitduidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitduiden.
- uitleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleiden.
- uitluidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- uitweidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweiden.
- verbeidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbeiden.
- verleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verleiden.
- verluidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verluiden.
- verweidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verweiden.
- vetweidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vetweiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vetweiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vetweiden.
- voorbidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden.
- wegleidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegleiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegleiden.
|