Lijst met woorden eindigend met

  Snelle modus

Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen

Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  11  12  13  14

Er zijn 23 woorden eindigend met IMMEN

afklimmen  beklimmen  bergbeklimmen  dimmen  erin␣klimmen  glimmen  grimmen  hersenschimmen  iezegrimmen  immen  inklimmen  kimmen Kimmen  klimmen  oosterkimmen  opklimmen  paalklimmen  rimmen  schimmen  simmen  skimmen  trimmen  vimmen

34 definities gevonden

• afklimmen — w. Afdalen waarbij men ook de handen moet gebruiken.
• beklimmen — w. Overgankelijk naar de top van iets, zoals een berg, klimmen.
• bergbeklimmen — n. (Sport) het beklimmen van bergen als sport of liefhebberij.
• dimmen — w. Overgankelijk de autoverlichting zo schakelen dat tegenliggers… — w. Overgankelijk (elektrotechniek) zo instellen van verlichting… — w. Inergatief (informeel) rustig aan doen.
• erin␣klimmen — w. Met handen en voeten ergens in naar boven gaan.
• glimmen — w. Absoluut sterk licht weerkaatsen. — w. Absoluut in het donker licht uitzenden. — w. Absoluut zichtbaar gestreeld zijn door iets.
• grimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grim.
• hersenschimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hersenschim.
• iezegrimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord iezegrim.
• immen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imme.
• inklimmen — w. Ergatief klauterend betreden.
• kimmen — w. Overgankelijk, (scheepvaart) een schip met behulp van een paard voorttrekken. — w. Overgankelijk, (scheepvaart) in het water: het op één kant… — w. Overgankelijk, (scheepvaart) op het droge: het voor werkzaamheden…
• Kimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Kim.
• klimmen — w. Bewegen in een omhooggaande richting dan wel over obstakels. — w. Stijgen, omhooggaan.
• oosterkimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oosterkim.
• opklimmen — w. Ergatief een hoger punt trachten te bereiken.
• paalklimmen — w. (Sport) in een paal trachten te klimmen.
• rimmen — w. In een kring leggen van turven. — w. (Seksualiteit) de anus van de partner likken met de tong.
• schimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schim.
• simmen — w. Uiten van ontevredenheid. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sim.
• skimmen — w. Onovergankelijk de magneetstrip van een (inmiddels verouderd)…
• trimmen — w. Inergatief trainen om fit te blijven. — w. Overgankelijk het knippen van haren (bij dieren) of het bijknippen… — w. (Scheepvaart) het verplaatsen/verdelen van gewicht of veranderen…
• vimmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vim.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 5 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 154 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.