|
Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 13
Er zijn 23 woorden eindigend met ITAANbreit␣aan draait␣aan fruit␣aan gloeit␣aan gooit␣aan groeit␣aan klooit␣aan knoeit␣aan kruit␣aan loeit␣aan metropolitaan naait␣aan Napolitaan roeit␣aan rotzooit␣aan samaritaan Samaritaan sluit␣aan titaan Tripolitaan waait␣aan zit␣aan zwaait␣aan 53 definities gevonden- breit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbreien.
- draait␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandraaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandraaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aandraaien.
- fruit␣aan — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfruiten#gebiedende wijs van aanfruiten.
- gloeit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aangloeien.
- gooit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aangooien.
- groeit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aangroeien.
- klooit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanklooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanklooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanklooien.
- knoeit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanknoeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanknoeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanknoeien.
- kruit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankruien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankruien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aankruien.
- loeit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanloeien.
- metropolitaan — n. Bisschop die aan het hoofd van een kerkprovincie staat; in… — bijv. Grootstedelijk.
- naait␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aannaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aannaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aannaaien.
- Napolitaan — n. (Demoniem) een inwoner van Napels, of iemand afkomstig uit Napels.
- roeit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanroeien.
- rotzooit␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrotzooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrotzooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanrotzooien.
- samaritaan — n. Iemand die uit eigene beweging de naaste in nood daadwerkelijk helpt.
- Samaritaan — n. (Jiddisch-Hebreeuws) (demoniem) bewoner van Samaria.
- sluit␣aan — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten#gebiedende wijs van aansluiten.
- titaan — n. (Scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Ti… — n. (Mythologie) een reusachtig, geweldig krachtig persoon.
- Tripolitaan — n. (Demoniem) een inwoner van Tripoli, of iemand afkomstig uit Tripoli.
- waait␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanwaaien.
- zit␣aan — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzitten#gebiedende wijs van aanzitten.
- zwaait␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzwaaien.
| |