Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 14 15 16 18 19
Er zijn 20 woorden van zeven letters eindigend met LUITaffluit afsluit besluit deel␣uit gefluit haal␣uit huil␣uit insluit joel␣uit maal␣uit nafluit omsluit opsluit puil␣uit ruil␣uit spel␣uit stal␣uit stel␣uit viel␣uit zeil␣uit 54 definities gevonden- affluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affluiten.
- afsluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten.
- besluit — n. Een vastgestelde keuze, beslissing. — n. Tot besluit: aan het eind. — n. (Juridisch) (in het bestuursrecht) schriftelijke beslissing…
- deel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. Gebiedende wijs van uitdelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen.
- gefluit — n. Het geluid dat geproduceerd wordt doordat lucht langs een opening…
- haal␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen. — w. Gebiedende wijs van uithalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen.
- huil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen. — w. Gebiedende wijs van uithuilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen.
- insluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten.
- joel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen. — w. Gebiedende wijs van uitjoelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjoelen.
- maal␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen. — w. Gebiedende wijs van uitmalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen.
- nafluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nafluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nafluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nafluiten.
- omsluit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van omsluiten#gebiedende wijs van omsluiten.
- opsluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten.
- puil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen. — w. Gebiedende wijs van uitpuilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen.
- ruil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen. — w. Gebiedende wijs van uitruilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen.
- spel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. Gebiedende wijs van uitspellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen.
- stal␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen. — w. Gebiedende wijs van uitstallen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen.
- stel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. Gebiedende wijs van uitstellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen.
- viel␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitvallen.
- zeil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. Gebiedende wijs van uitzeilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 5 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|