Lijst met woorden eindigend met

  Snelle modus

Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen

Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  4  5  6  7  8  9  10  11

Er zijn 24 woorden eindigend met LAPT

aanlapt  achterklapt  afklapt  aflapt  bijlapt  dichtklapt  flapt  inklapt  inlapt  klapt  lapt  neerklapt  omhoogklapt  omklapt  opengeklapt  openklapt  opklapt  oplapt  overlapt  slapt  uitflapt  uitklapt  verklapt  verslapt

55 definities gevonden

• aanlapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlappen.
• achterklapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achterklappen.
• afklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklappen.
• aflapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflappen.
• bijlapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijlappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijlappen.
• dichtklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtklappen.
• flapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van flappen.
• inklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklappen.
• inlapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlappen.
• klapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klappen.
• lapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lappen.
• neerklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerklappen.
• omhoogklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogklappen.
• omklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklappen.
• opengeklapt — w. Vormt de lijdende vorm.
• openklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openklappen.
• opklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklappen.
• oplapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplappen.
• overlapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overlappen.
• slapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van slappen.
• uitflapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitflappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitflappen.
• uitklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklappen.
• verklapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklappen.
• verslapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verslappen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 5 woorden
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.