Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 8 9 10 11
Er zijn 22 woorden eindigend met LINKTafklinkt beklinkt blinkt dieplinkt doorklinkt doorlinkt inklinkt klinkt linkt meeklinkt naklinkt omklinkt opblinkt opklinkt samenklinkt slinkt uitblinkt vastklinkt verklinkt verlinkt weerklinkt wegslinkt 53 definities gevonden- afklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklinken.
- beklinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beklinken.
- blinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blinken.
- dieplinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dieplinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dieplinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dieplinken.
- doorklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorklinken.
- doorlinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlinken.
- inklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklinken.
- klinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klinken.
- linkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van linken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van linken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van linken.
- meeklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeklinken.
- naklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naklinken.
- omklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omklinken.
- opblinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblinken.
- opklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklinken.
- samenklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken.
- slinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van slinken.
- uitblinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken.
- vastklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklinken.
- verklinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklinken.
- verlinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlinken.
- weerklinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerklinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerklinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerklinken.
- wegslinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegslinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegslinken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 9 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|