Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 8 9 10 11
Er zijn 24 woorden eindigend met LOEITloeit —— bloeit gloeit vloeit —— aanloeit afvloeit bevloeit invloeit nabloeit nagloeit opbloeit opgloeit —— aangloeit ontvloeit uitbloeit uitgloeit uitvloeit vervloeit wegvloeit —— doorvloeit openbloeit overvloeit —— samenvloeit voortvloeit 57 definities gevonden- loeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van loeien.
- bloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bloeien.
- gloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gloeien.
- vloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vloeien.
- aanloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeien.
- afvloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien.
- bevloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevloeien.
- invloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien.
- nabloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien.
- nagloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagloeien.
- opbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien.
- opgloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgloeien.
- aangloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangloeien.
- ontvloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvloeien.
- uitbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien.
- uitgloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgloeien.
- uitvloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvloeien.
- vervloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vervloeien.
- wegvloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien.
- doorvloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorvloeien.
- openbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien.
- overvloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvloeien.
- samenvloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvloeien.
- voortvloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortvloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortvloeien.
|