Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10
Er zijn 15 woorden eindigend met LUISTafluist afpluist doorpluist inluist insluist kluist luist napluist ontluist overkluist pluist sluist uitpluist versluist wegsluist 38 definities gevonden- afluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluizen.
- afpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen.
- doorpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen.
- inluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluizen.
- insluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluizen.
- kluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kluizen.
- luist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van luizen.
- napluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen.
- ontluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontluizen.
- overkluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overkluizen.
- pluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pluizen.
- sluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sluizen.
- uitpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- versluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van versluizen.
- wegsluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsluizen.
|