Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 19 woorden eindigend met MLAAGomlaag —— filmlaag ga␣omlaag —— bodemlaag —— gaan␣omlaag gaat␣omlaag ging␣omlaag glij␣omlaag —— breng␣omlaag gleed␣omlaag glijd␣omlaag —— bracht␣omlaag brengt␣omlaag gingen␣omlaag gleden␣omlaag glijdt␣omlaag —— brengen␣omlaag glijden␣omlaag —— brachten␣omlaag 34 definities gevonden- omlaag — bijw. In neerwaartse richting. — bijw. Bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord.
- filmlaag — n. Een (zeer) dunne laag materiaal die op een voorwerp is aangebracht.
- ga␣omlaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan. — w. Gebiedende wijs van omlaaggaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan.
- bodemlaag — n. Een min of meer horizontale laag in een bodem van min of meer…
- gaan␣omlaag — w. Meervoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan.
- gaat␣omlaag — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omlaaggaan.
- ging␣omlaag — w. Enkelvoud verleden tijd van omlaaggaan.
- glij␣omlaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden. — w. Gebiedende wijs van omlaagglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden.
- breng␣omlaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagbrengen. — w. Gebiedende wijs van omlaagbrengen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagbrengen.
- gleed␣omlaag — w. Enkelvoud verleden tijd van omlaagglijden.
- glijd␣omlaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden. — w. Gebiedende wijs van omlaagglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden.
- bracht␣omlaag — w. Enkelvoud verleden tijd van omlaagbrengen.
- brengt␣omlaag — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagbrengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagbrengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omlaagbrengen.
- gingen␣omlaag — w. Meervoud verleden tijd van omlaaggaan.
- gleden␣omlaag — w. Meervoud verleden tijd van omlaagglijden.
- glijdt␣omlaag — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omlaagglijden.
- brengen␣omlaag — w. Meervoud tegenwoordige tijd van omlaagbrengen.
- glijden␣omlaag — w. Meervoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden.
- brachten␣omlaag — w. Meervoud verleden tijd van omlaagbrengen.
|