Lijst met woorden eindigend met

  Snelle modus

Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen

Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  7  8  9  10  11  12

Er zijn 22 woorden eindigend met MMELT

aanrommelt  aframmelt  beschimmelt  dommelt  frommelt  frummelt  grommelt  indommelt  lummelt  mummelt  optrommelt  rammelt  rommelt  sammelt  schimmelt  schommelt  stommelt  trommelt  verfrommelt  verlummelt  verschimmelt  wegdommelt

61 definities gevonden

• aanrommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen.
• aframmelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen.
• beschimmelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschimmelen.
• dommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dommelen.
• frommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van frommelen.
• frummelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frummelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frummelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van frummelen.
• grommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grommelen.
• indommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indommelen.
• lummelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lummelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lummelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lummelen.
• mummelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van mummelen.
• optrommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen.
• rammelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rammelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rammelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rammelen.
• rommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rommelen.
• sammelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sammelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sammelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sammelen.
• schimmelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimmelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimmelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schimmelen.
• schommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schommelen.
• stommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stommelen.
• trommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van trommelen.
• verfrommelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfrommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfrommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verfrommelen.
• verlummelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlummelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlummelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlummelen.
• verschimmelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschimmelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschimmelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschimmelen.
• wegdommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegdommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegdommelen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 114 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.