Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vierde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vierde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 22 woorden van zeven letters eindigend met NDTafbindt afrondt afwendt afwindt afzendt bebindt belandt belendt bevindt bezandt inbindt inzendt nazendt ombindt omrandt omwendt omwindt opbindt opwindt opzendt schendt strandt 54 definities gevonden- afbindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbinden.
- afrondt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afronden.
- afwendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwenden.
- afwindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwinden.
- afzendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden.
- bebindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bebinden.
- belandt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belanden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belanden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belanden.
- belendt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belenden.
- bevindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevinden.
- bezandt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezanden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezanden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezanden.
- inbindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbinden.
- inzendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden.
- nazendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden.
- ombindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ombinden.
- omrandt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omranden.
- omwendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwenden.
- omwindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omwinden.
- opbindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbinden.
- opwindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwinden.
- opzendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzenden.
- schendt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schenden.
- strandt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stranden.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 3 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|