Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 11 12
Er zijn 23 woorden eindigend met NGELTbengelt bungelt hengelt jengelt mangelt mengelt pingelt ringelt tengelt tingelt —— klingelt klungelt kringelt slungelt wrongelt zwengelt zwingelt —— omsingelt strengelt —— aanzwengelt omstrengelt verklungelt —— verstrengelt 68 definities gevonden- bengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bengelen.
- bungelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bungelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bungelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bungelen.
- hengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hengelen.
- jengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van jengelen.
- mangelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mangelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mangelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van mangelen.
- mengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van mengelen.
- pingelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pingelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pingelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pingelen.
- ringelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ringelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ringelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ringelen.
- tengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tengelen.
- tingelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tingelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tingelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tingelen.
- klingelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klingelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klingelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klingelen.
- klungelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klungelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klungelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klungelen.
- kringelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kringelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kringelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kringelen.
- slungelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slungelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slungelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van slungelen.
- wrongelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrongelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrongelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wrongelen.
- zwengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwengelen.
- zwingelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwingelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwingelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwingelen.
- omsingelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsingelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsingelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omsingelen.
- strengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van strengelen.
- aanzwengelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen.
- omstrengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omstrengelen.
- verklungelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklungelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklungelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklungelen.
- verstrengelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrengelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrengelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstrengelen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 77 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|