|
Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 23 woorden eindigend met NHALFacht␣en␣een␣half achtenhalf dertien␣en␣een␣half drie␣en␣een␣half drieënhalf elf␣en␣een␣half half-en-half half␣en␣half negen␣en␣een␣half negenenhalf tien␣en␣een␣half twaalf␣en␣een␣half twee␣en␣een␣half tweeënhalf vier␣en␣een␣half vierenhalf vijf␣en␣een␣half vijfenhalf zes-en-een-half zes␣en␣een␣half zesenhalf zeven␣en␣een␣half zevenenhalf 26 definities gevonden- acht␣en␣een␣half — num. 8½ (of 8,5); het getal halverwege tussen acht en negen.
- achtenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 8½; acht en een half.
- dertien␣en␣een␣half — num. 13½ (of 13,5); het getal halverwege tussen dertien en dertien.
- drie␣en␣een␣half — num. 3½ (of 3,5); het getal halverwege tussen drie en vier.
- drieënhalf — num. (Breukgetal) de breuk 3½; drie en een half.
- elf␣en␣een␣half — num. 11½ (of 11,5); het getal halverwege tussen elf en twaalf.
- half-en-half — n. (Voeding) mengsel van gelijke hoeveelheden varkens- en rundergehakt. — n. (Voeding) alcoholische drank die uit gelijke delen van twee…
- half␣en␣half — bijw. Eigenlijk wel, maar nog niet geheel. — bijw. Met gelijke hoeveelheden van twee verschillende bestanddelen. — bijw. (Techniek) met een houtverbinding waarbij twee even dikke…
- negen␣en␣een␣half — num. 9½ (of 9,5); het getal halverwege tussen negen en tien.
- negenenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 9½; negen en een half.
- tien␣en␣een␣half — num. 10½ (of 10,5); het getal halverwege tussen tien en elf.
- twaalf␣en␣een␣half — num. 12½ (of 12,5); het getal halverwege tussen twaalf en dertien.
- twee␣en␣een␣half — num. 2½ (of 2,5); het getal halverwege tussen twee en drie.
- tweeënhalf — num. (Breukgetal) de breuk 2½; twee en een half.
- vier␣en␣een␣half — num. 4½ (of 4,5); het getal halverwege tussen vier en vijf.
- vierenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 4½; vier en een half.
- vijf␣en␣een␣half — num. 5½ (of 5,5); het getal halverwege tussen vijf en zes.
- vijfenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 5½; vijf en een half.
- zes-en-een-half — n. Cijfer voor het getal halverwege tussen zes en zeven: 6½ (of 6,5).
- zes␣en␣een␣half — num. 6½ (of 6,5); het getal halverwege tussen zes en zeven.
- zesenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 6½; zes en een half.
- zeven␣en␣een␣half — num. 7½ (of 7,5); het getal halverwege tussen zeven en acht.
- zevenenhalf — num. (Breukgetal) de breuk 7½ of 7,5; het getal halverwege 7 en 8.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |