Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10
Er zijn 24 woorden eindigend met NTUITbakent␣uit bant␣uit bazuint␣uit beent␣uit dient␣uit dunt␣uit kient␣uit leent␣uit lijnt␣uit munt␣uit oefent␣uit plant␣uit print␣uit regent␣uit rekent␣uit rent␣uit schijnt␣uit spant␣uit spint␣uit tekent␣uit torent␣uit vent␣uit wint␣uit woont␣uit 64 definities gevonden- bakent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbakenen.
- bant␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbannen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbannen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbannen.
- bazuint␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbazuinen.
- beent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbenen.
- dient␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdienen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdienen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdienen.
- dunt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdunnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdunnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdunnen.
- kient␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkienen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkienen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkienen.
- leent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlenen.
- lijnt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlijnen.
- munt␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmunten#gebiedende wijs van uitmunten.
- oefent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitoefenen.
- plant␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplanten#gebiedende wijs van uitplanten.
- print␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitprinten#gebiedende wijs van uitprinten.
- regent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitregenen.
- rekent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrekenen.
- rent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrennen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrennen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrennen.
- schijnt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschijnen.
- spant␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspannen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspannen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspannen.
- spint␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspinnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspinnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspinnen.
- tekent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittekenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittekenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittekenen.
- torent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittorenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittorenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittorenen.
- vent␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitventen#gebiedende wijs van uitventen.
- wint␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwinnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwinnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwinnen.
- woont␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwonen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwonen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwonen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|