Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 13
Er zijn 9 woorden eindigend met NCEERTannonceert avanceert balanceert fonceert herlanceert lanceert nuanceert prononceert uitbalanceert 26 definities gevonden- annonceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annonceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annonceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van annonceren.
- avanceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avanceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avanceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van avanceren.
- balanceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balanceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balanceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van balanceren.
- fonceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fonceren.
- herlanceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlanceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlanceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van herlanceren.
- lanceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lanceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lanceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lanceren.
- nuanceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuanceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuanceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nuanceren.
- prononceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prononceren.
- uitbalanceert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbalanceren.
|