Lijst met woorden van 3 letters eindigend met

  Snelle modus

Klik om de derde tot laatste letter te kiezen

Klik om de derde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  20

Er zijn 17 woorden van drie letters eindigend met OK

bok  dok  fok  gok  hok  jok  kok Kok  lok  mok  nok  ook  pok  rok  sok  tok  wok

48 definities gevonden

• bok — n. (Dierkunde) mannelijke geit. — n. Toestel bij het turnen. — n. Mennerszitplaats bij een rijtuig, plaats waar de machinist…
• dok — n. (Muziekinstrument) onderdeel van een klavecimbelmechaniek waarmee… — n. (Scheepvaart), (waterbeheer) voor buitenwater afsluitbaar gedeelte… — n. (Scheepvaart), (waterbeheer) een haven in een havencomplex…
• fok — n. M; (scheepvaart) driehoekig zeil bevestigd aan de voorstag, het fokzeil. — n. M; (scheepvaart) het onderste razeil aan de fokkemast van vierkantgetuigde… — n. Het fokken, de teelt van dieren (geen meervoud).
• gok — n. (Verouderd) (Jiddisch-Hebreeuws) een zeker kansspel, vooral met dobbelstenen. — n. Een keuze zonder het juiste antwoord te weten. — n. Een buitensporig grote neus.
• hok — n. Een bepaald dierenverblijf. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hokken. — w. Gebiedende wijs van hokken.
• jok — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jokken. — w. Gebiedende wijs van jokken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jokken.
• kok — n. (Kookkunst) iemand die voedsel bereidt tot een maaltijd. — n. (Beroep) iemand die het bereiden van maaltijden als beroep heeft. — n. (Medisch) (biologie) (informeel) coccus.
• Kok — eig. (Familienaam) familienaam.
• lok — n. Haarlok, pluk haar. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lokken. — w. Gebiedende wijs van lokken.
• mok — n. (Gereedschap) (huishouden) een (stenen) drinkbeker, meestal… — n. (Diergeneeskunde) een verzamelnaam voor verschillende vormen… — n. Afkorting voor moeilijk opvoedbaar kind.
• nok — n. (Bouwkunde) het hoogste gedeelte van een schuin dak. — n. (Bouwkunde) bovenste snijlijn van twee dakschilden. — n. (Motortechniek) een uitstulping op een as waarmee het openen…
• ook — bijw. Daarnaast; verder; tevens. — bijw. Net als de anderen.
• pok — n. (Medisch) puist, zweertje of kuiltje als symptoom van een huidziekte… — n. Litteken van een inenting tegen een pokziekte, vooral de pokken. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pokken.
• rok — n. (Kleding) een voornamelijk vrouwelijk (in Schotland ook voor… — n. (Kleding) type avondkleding, rokkostuum. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rokken.
• sok — n. (Kleding) kous die tot net boven de enkel komt. — n. (Dierkunde) bij viervoeters het anders gekleurde, onderste deel van de poot. — n. (Techniek) verbindingsstuk dat over twee buizen geschoven wordt…
• tok — tuss. Het geluid van een kakelende kip (meestal herhaald: toktoktok). — tuss. Het geluid van een doffe tik. — n. (Visserij) (verouderd) ondermaatse kabeljauw (meestal in meervoudsvorm).
• wok — n. (Huishouden) (kookkunst) ronde pan die wordt gebruikt in de… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wokken. — w. Gebiedende wijs van wokken.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 21 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 4 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 8 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.