Lijst met woorden van 12 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 20 woorden van twaalf letters eindigend met OORUITblikt␣vooruit dacht␣vooruit denkt␣vooruit helpt␣vooruit hielp␣vooruit keken␣vooruit kijkt␣vooruit komen␣vooruit loopt␣vooruit lopen␣vooruit reden␣vooruit rijdt␣vooruit snelt␣vooruit spoel␣vooruit steek␣vooruit vloog␣vooruit werpt␣vooruit wierp␣vooruit zagen␣vooruit zette␣vooruit 40 definities gevonden- blikt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitblikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitblikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitblikken.
- dacht␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitdenken.
- denkt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitdenken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitdenken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitdenken.
- helpt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruithelpen.
- hielp␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruithelpen.
- keken␣vooruit — w. Meervoud verleden tijd van vooruitkijken.
- kijkt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitkijken.
- komen␣vooruit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooruitkomen.
- loopt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitlopen.
- lopen␣vooruit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen.
- reden␣vooruit — w. Meervoud verleden tijd van vooruitrijden.
- rijdt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitrijden.
- snelt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsnellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsnellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitsnellen.
- spoel␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitspoelen. — w. Gebiedende wijs van vooruitspoelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- steek␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsteken. — w. Gebiedende wijs van vooruitsteken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsteken.
- vloog␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitvliegen.
- werpt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitwerpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitwerpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitwerpen.
- wierp␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitwerpen.
- zagen␣vooruit — w. Meervoud verleden tijd van vooruitzien.
- zette␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitzetten.
|