Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 12 13 15
Er zijn 22 woorden van zeven letters eindigend met PUITafspuit bespuit damp␣uit diep␣uit eropuit flapuit flap␣uit inspuit klap␣uit klop␣uit knip␣uit koop␣uit liep␣uit loop␣uit opspuit poep␣uit pomp␣uit riep␣uit roep␣uit stap␣uit trap␣uit werp␣uit 56 definities gevonden- afspuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten.
- bespuit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van bespuiten#gebiedende wijs van bespuiten.
- damp␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdampen. — w. Gebiedende wijs van uitdampen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdampen.
- diep␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen. — w. Gebiedende wijs van uitdiepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen.
- eropuit — voorn. Actief een doel nastrevend.
- flapuit — n. Iemand die zonder nadenken zijn gedachten uitspreekt.
- flap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitflappen. — w. Gebiedende wijs van uitflappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitflappen.
- inspuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspuiten.
- klap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklappen. — w. Gebiedende wijs van uitklappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklappen.
- klop␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkloppen. — w. Gebiedende wijs van uitkloppen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkloppen.
- knip␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknippen. — w. Gebiedende wijs van uitknippen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknippen.
- koop␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen. — w. Gebiedende wijs van uitkopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen.
- liep␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitlopen.
- loop␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlopen. — w. Gebiedende wijs van uitlopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlopen.
- opspuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspuiten.
- poep␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpoepen. — w. Gebiedende wijs van uitpoepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpoepen.
- pomp␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpompen. — w. Gebiedende wijs van uitpompen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpompen.
- riep␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitroepen.
- roep␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroepen. — w. Gebiedende wijs van uitroepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroepen.
- stap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen. — w. Gebiedende wijs van uitstappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- trap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrappen. — w. Gebiedende wijs van uittrappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrappen.
- werp␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerpen. — w. Gebiedende wijs van uitwerpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerpen.
|