Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 20 woorden eindigend met RIJGaaneenrijg aankrijg aanrijg afkrijg afrijg beetkrijg bijkrijg binnenkrijg doorkrijg herkrijg inkrijg inrijg kleinkrijg krijg loskrijg meekrijg rijg terugkrijg uitkrijg verkrijg 28 definities gevonden- aaneenrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenrijgen.
- aankrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankrijgen.
- aanrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijgen.
- afkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkrijgen.
- afrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen.
- beetkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen.
- bijkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijkrijgen.
- binnenkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- doorkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen.
- herkrijg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkrijgen. — w. Gebiedende wijs van herkrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkrijgen.
- inkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkrijgen.
- inrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijgen.
- kleinkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen.
- krijg — n. (Militair) een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krijgen. — w. Gebiedende wijs van krijgen.
- loskrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskrijgen.
- meekrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meekrijgen.
- rijg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rijgen. — w. Gebiedende wijs van rijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rijgen.
- terugkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen.
- uitkrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkrijgen.
- verkrijg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrijgen. — w. Gebiedende wijs van verkrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrijgen.
|