Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden eindigend met

Snelle modus

Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen

Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat5678910111213


Er zijn 24 woorden eindigend met ROEIT

roeit  ——  broeitgroeit  ——  afroeitoproeitsproeit  ——  aanroeitbegroeitingroeitopgroeitschroeituitroeit  ——  aangroeitbesproeitontgroeituitgroeitvergroeitvolgroeit  ——  overgroeit  ——  dichtgroeitverschroeit  ——  aaneengroeitscheefgroeit  ——  dichtschroeit

60 definities gevonden

  • roeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van roeien.
  • broeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van broeien.
  • groeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van groeien.
  • afroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroeien.
  • oproeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien.
  • sproeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sproeien.
  • aanroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroeien.
  • begroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van begroeien.
  • ingroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingroeien.
  • opgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgroeien.
  • schroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schroeien.
  • uitroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroeien.
  • aangroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangroeien.
  • besproeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besproeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besproeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van besproeien.
  • ontgroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontgroeien.
  • uitgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien.
  • vergroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergroeien.
  • volgroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volgroeien.
  • overgroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overgroeien.
  • dichtgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgroeien.
  • verschroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschroeien.
  • aaneengroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneengroeien.
  • scheefgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien.
  • dichtschroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.