|
Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16
Er zijn 23 woorden eindigend met RIJGENrijgen —— krijgen —— afrijgen inrijgen —— aanrijgen afkrijgen inkrijgen —— aankrijgen bijkrijgen herkrijgen loskrijgen meekrijgen uitkrijgen verkrijgen —— beetkrijgen doorkrijgen —— aaneenrijgen kleinkrijgen terugkrijgen —— binnenkrijgen —— de␣rambam␣krijgen te␣pakken␣krijgen —— het␣rambam␣krijgen 34 definities gevonden- rijgen — w. Overgankelijk met een naald een draad ergens doorvoeren.
- krijgen — w. Overgankelijk verwerven, ontvangen. — w. Overgankelijk een ziekte oplopen. — w. Hulpwerkwoord maakt met behulp van een meewerkend voorwerp…
- afrijgen — w. Een kledingstuk van het lichaam verwijderen dat met een koord vastgemaakt is.
- inrijgen — w. Overgankelijk in iets anders rijgen. — w. Overgankelijk met een rijgdraad nauwer maken.
- aanrijgen — w. Overgankelijk aan een draad rijgen. — w. Overgankelijk vaster rijgen.
- afkrijgen — w. Overgankelijk erin slagen iets te voltooien.
- inkrijgen — w. In een bepaalde ruimte brengen. — w. In een bepaalde stemming komen.
- aankrijgen — w. Absoluut aan het lichaam krijgen (kledingstuk). — w. Absoluut bereiken dat iets brandt. — w. Overgankelijk als levering ontvangen.
- bijkrijgen — w. Iets ontvangen als een toevoeging bij iets anders. — w. Iets ontvangen bovenop de dingen die men al had. — w. Zorgen dat iemand die bewusteloos was weer bij bewustzijn komt.
- herkrijgen — w. Overgankelijk opnieuw verwerven.
- loskrijgen — w. Overgankelijk erin slagen een verbinding te verbreken.
- meekrijgen — w. Krijgen bij het verlaten.
- uitkrijgen — w. Overgankelijk ten einde lezen.
- verkrijgen — w. Overgankelijk in bezit krijgen, verwerven.
- beetkrijgen — w. Overgankelijk te pakken krijgen. — w. Overgankelijk (van een ziekte) oplopen.
- doorkrijgen — w. Absoluut gaan beseffen dat er iets niet klopt.
- aaneenrijgen — w. Overgankelijk aan elkaar vast rijgen (met name figuurlijk).
- kleinkrijgen — w. Overgankelijk onderwerpen, onder zijn gezag plaatsen.
- terugkrijgen — w. Overgankelijk iets dat verloren of uit handen gegeven was opnieuw…
- binnenkrijgen — w. Iets ongewild inslikken. — w. Iets ontvangen, bijvoorbeeld per post.
- de␣rambam␣krijgen — fr. (Gebruikt in verwensingen) verrekken, de ziekte krijgen.
- te␣pakken␣krijgen — fr. Iets gaan begrijpen zodat je het kunt.
- het␣rambam␣krijgen — fr. (Gebruikt in verwensingen) verrekken, de ziekte krijgen.
| |