Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de achtste tot laatste letter te kiezen
Klik om de achtste tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 18
Er zijn 23 woorden eindigend met SPELDENspelden —— afspelden haspelden lispelden omspelden opspelden wispelden —— dasspelden kwispelden uitspelden verspelden wasspelden —— afhaspelden haarspelden knopspelden krulspelden smiespelden vastspelden voorspelden —— bakerspelden sluitspelden verhaspelden —— veiligheidsspelden 30 definities gevonden- spelden — w. Overgankelijk met spelden vastzetten. — w. Meervoud verleden tijd van spellen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord speld.
- afspelden — w. Met spelden (tijdelijk) in de juiste vorm brengen zodat de…
- haspelden — w. Meervoud verleden tijd van haspelen.
- lispelden — w. Meervoud verleden tijd van lispelen.
- omspelden — w. Ómspelden: met spelden ergens omheen bevestigen. — w. Ómspelden: iets meer passend maken door het te vermaken met spelden. — w. Omspélden: met spelden afgrenzen.
- opspelden — w. Ditransitief een voorwerp, vaak een ereteken, middels een speld…
- wispelden — w. Meervoud verleden tijd van wispelen.
- dasspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dasspeld.
- kwispelden — w. Meervoud verleden tijd van kwispelen.
- uitspelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspellen.
- verspelden — w. Overnieuw, anders spelden. — w. Meervoud verleden tijd van verspellen.
- wasspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wasspeld.
- afhaspelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afhaspelen.
- haarspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord haarspeld.
- knopspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knopspeld.
- krulspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord krulspeld.
- smiespelden — w. Meervoud verleden tijd van smiespelen.
- vastspelden — w. Overgankelijk met een of meer spelden vastmaken.
- voorspelden — w. Overgankelijk voor lichaam of borst met spelden vastmaken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorspellen. — w. Meervoud verleden tijd van voorspellen.
- bakerspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bakerspeld.
- sluitspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sluitspeld.
- verhaspelden — w. Meervoud verleden tijd van verhaspelen.
- veiligheidsspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord veiligheidsspeld.
|