Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de negende tot laatste letter te kiezen
Klik om de negende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15
Er zijn 24 woorden eindigend met SPREKENDsprekend —— afsprekend besprekend insprekend nasprekend —— aansprekend missprekend toesprekend uitsprekend versprekend welsprekend —— buiksprekend doorsprekend nabesprekend voorsprekend vrijsprekend weersprekend —— Duitssprekend kwaadsprekend rechtsprekend tegensprekend —— alleensprekend Engelssprekend —— vanzelfsprekend 30 definities gevonden- sprekend — w. Onvoltooid deelwoord van spreken. — bijv. Pratend. — bijv. Gelijkend.
- afsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van afspreken.
- besprekend — w. Onvoltooid deelwoord van bespreken.
- insprekend — w. Onvoltooid deelwoord van inspreken.
- nasprekend — w. Onvoltooid deelwoord van naspreken.
- aansprekend — w. Onvoltooid deelwoord van aanspreken.
- missprekend — w. Onvoltooid deelwoord van misspreken.
- toesprekend — w. Onvoltooid deelwoord van toespreken.
- uitsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspreken.
- versprekend — w. Onvoltooid deelwoord van verspreken.
- welsprekend — bijv. Goed, overtuigend en meeslepend (in het openbaar) kunnen spreken. — bijv. (Figuurlijk) het fraai, overtuigend en meeslepend kunnen…
- buiksprekend — w. Onvoltooid deelwoord van buikspreken.
- doorsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van doorspreken.
- nabesprekend — w. Onvoltooid deelwoord van nabespreken.
- voorsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van voorspreken.
- vrijsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van vrijspreken.
- weersprekend — w. Onvoltooid deelwoord van weerspreken.
- Duitssprekend — bijv. Het Duits als omgangstaal hebbend.
- kwaadsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van kwaadspreken.
- rechtsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van rechtspreken.
- tegensprekend — w. Onvoltooid deelwoord van tegenspreken. — bijv. Met elkaar onverenigbaar zijn.
- alleensprekend — bijv. Een rechter die in zijn eentje een uitspraak kan doen.
- Engelssprekend — bijv. Het Engels als omgangstaal hebbend.
- vanzelfsprekend — bijv. Overduidelijk geldend, zonder verdere uitleg duidelijk. — bijw. Iets dat geen verdere uitleg nodig heeft. — bijw. Automatisch zonder er verder bij na te denken.
|