Lijst met woorden van 7 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 18 woorden van zeven letters eindigend met TIJDbaktijd bedtijd dektijd ijstijd kastijd legtijd lestijd oertijd rek␣tijd rijtijd rottijd ruitijd toptijd valtijd vistijd voltijd wastijd zittijd 26 definities gevonden- baktijd — n. Tijd die nodig is om iets te bakken (voedsel of een ander materiaal). — n. (Figuurlijk) tijd die nodig is om iets te maken.
- bedtijd — n. Tijd om te gaan slapen.
- dektijd — n. Periode dat vrouwtjesdieren vruchtbaar zijn.
- ijstijd — n. (Glaciologie) een tijdperk waarin de gemiddelde temperatuur…
- kastijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden. — w. Gebiedende wijs van kastijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden.
- legtijd — n. De periode van het jaar dat vogels hun eieren leggen en de jongen uitbroeden.
- lestijd — n. (Onderwijs) het tijdstip van de les, de tijdsduur van een les.
- oertijd — n. Voorhistorische periode, de tijd waaruit totaal geen geschreven…
- rek␣tijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken. — w. Gebiedende wijs van tijdrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken.
- rijtijd — n. De tijd die nodig is om ergens naartoe te rijden. — n. De tijd dat een chauffeur een voertuig bestuurt.
- rottijd — n. Vervelende periode.
- ruitijd — n. Periode van het jaar dat dieren hun haren of veren verwisselen.
- toptijd — n. (Sport) snelste tijd; heel goede tijd. — n. Periode dat iets op zijn hoogtepunt is.
- valtijd — n. De tijdsduur die iets nodig heeft om naar beneden te vallen.
- vistijd — n. De tijd dat men kan en mag vissen.
- voltijd — bijw. Voor de volle (werk)tijd.
- wastijd — n. De tijdsduur die nodig is voor het schoonmaken van weefsel.
- zittijd — n. Examenperiode. — n. De tijd dat men op een stoel zit.
|