Lijst met woorden van 8 letters eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters eindigend met TSENafketsen afpitsen afritsen Delftsen Drentsen Hulstsen ic-artsen IC-artsen kabotsen koortsen ophitsen plaatsen schetsen Schotsen spietsen splitsen spritsen taartsen toortsen Zeistsen 29 definities gevonden- afketsen — w. Een voorstel verwerpen. — w. Ergatief afstuiten, ergens tegenaan botsen en van richting veranderen. — w. Ergatief terugstuiten.
- afpitsen — w. Overgankelijk afnijpen tussen de nagels van twee vingers.
- afritsen — w. Met behulp van een rits iets tijdelijk en zonder schade van…
- Delftsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Delftse.
- Drentsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Drentse.
- Hulstsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Hulstse.
- ic-artsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ic-arts.
- IC-artsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord IC-arts.
- kabotsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kabots.
- koortsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koorts.
- ophitsen — w. Overgankelijk kwaad en opgewonden maken.
- plaatsen — w. Overgankelijk op een bepaalde plaats zetten. — w. Wederkerend, (sport) zich ~ voor: aan een kwalificatie voldoen… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plaats.
- schetsen — w. Met een minimum van pennenstreken een voorlopige en gewoonlijk… — w. In overdrachtelijke zin: een korte maar rake beschrijving van iets geven. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schets.
- Schotsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Schotse.
- spietsen — w. Overgankelijk doorboren met een spies of ander puntig voorwerp. — w. Overgankelijk ter dood brengen door doorboring met een spiets. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spiets.
- splitsen — w. Wederkerend zich ~: in twee of meer delen uiteen gaan. — w. Overgankelijk iets ~: in twee of meer delen opdelen.
- spritsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sprits.
- taartsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taarts.
- toortsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord toorts.
- Zeistsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Zeistse.
|