|
Lijst met woorden van 9 letters eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20
Er zijn 23 woorden van negen letters eindigend met TEKENaansteken bijsteken deelteken euroteken handteken keurteken leesteken maalteken merkteken messteken naamteken ontsteken overteken plusteken stopteken taalteken toesteken uitsteken versteken voorteken wegsteken wondteken zegeteken 40 definities gevonden- aansteken — w. Overgankelijk doen ontbranden. — w. Overgankelijk met iets scherps vastmaken. — w. Overgankelijk beginnen uit iets te tappen.
- bijsteken — w. Iets ergens aan toevoegen.
- deelteken — n. (Wiskunde) het symbool : of ÷ of / om een deling aan te duiden. — n. (Taalkunde) trema gebruikt om een klinker van een vorige te scheiden.
- euroteken — n. (Financieel) teken (€) horend bij de euromunt geïnspireerd…
- handteken — n. Teken met de hand. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handtekenen. — w. Gebiedende wijs van handtekenen.
- keurteken — n. Merk dat een officiële keuringsinstantie, zoals een gilde of…
- leesteken — n. (Taalkunde) een onuitgesproken teken dat aan geschreven taal…
- maalteken — n. (Wiskunde) het symbool × of · of * om een vermenigvuldiging aan te duiden.
- merkteken — n. Een teken dat ergens op is geplaatst en dat ter identificatie…
- messteken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord messteek.
- naamteken — n. (Verouderd) beginletter van iemands naam. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naamtekenen. — w. Gebiedende wijs van naamtekenen.
- ontsteken — w. Overgankelijk in vlammen doen opgaan. — w. Ergatief overdrachtelijk: heet worden van woede. — w. Ergatief geïnfecteerd raken.
- overteken — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtekenen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtekenen. — w. Gebiedende wijs van overtekenen.
- plusteken — n. (Wiskunde) het symbool + om een optelling of een positief getal…
- stopteken — n. Een teken dat betekent dat je moet stoppen of halt houden.
- taalteken — n. (Taalkunde) een betekenisdragend element van een taal.
- toesteken — w. In iemands richting bewegen. — w. Doel treffen door te steken.
- uitsteken — w. Inergatief in grootte de rest voorbijstreven. — w. Ditransitief (de ogen) met een scherp voorwerp stekend verwijderen. — w. Overgankelijk uitstrekken, bijvoorbeeld van een ledemaat.
- versteken — w. Wederkerend zich ~ een schuilplaats zoeken.
- voorteken — n. Een min of meer vaag signaal dat aan een gebeurtenis voorafgaat. — n. (Wiskunde) het voor een getal genoteerde plus- of minteken. — n. (Muziek) een symbool op of tussen de lijnen van een notenbalk…
- wegsteken — w. Overgankelijk opbergen, in zijn zak steken. — w. Overgankelijk door steken verwijderen.
- wondteken — n. Het lidteken dat achterblijft op de plek waar een wond heeft gezeten.
- zegeteken — n. Teken van overwinning, overwinningsteken.
| |