Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 25 woorden eindigend met TEEKTaansteekt achteruitsteekt afsteekt besteekt bijsteekt doodsteekt doorsteekt insteekt neersteekt omhoogsteekt ondersteekt ontsteekt opsteekt overhoopsteekt oversteekt steekt tegensteekt terugsteekt toesteekt uitsteekt versteekt voorbijsteekt voorsteekt vooruitsteekt wegsteekt 55 definities gevonden- aansteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansteken.
- achteruitsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- afsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsteken.
- besteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van besteken.
- bijsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijsteken.
- doodsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodsteken.
- doorsteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorsteken.
- insteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insteken.
- neersteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersteken.
- omhoogsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogsteken.
- ondersteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondersteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondersteken.
- ontsteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontsteken.
- opsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsteken.
- overhoopsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- oversteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oversteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oversteken.
- steekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van steken.
- tegensteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensteken.
- terugsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugsteken.
- toesteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesteken.
- uitsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsteken.
- versteekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van versteken.
- voorbijsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijsteken.
- voorsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsteken.
- vooruitsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsteken.
- wegsteekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsteken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsteken.
|