Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden eindigend met

Snelle modus

Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen

Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat7891011121314


Er zijn 23 woorden eindigend met TTEGEN

at␣tegenbrast␣tegeneet␣tegengaat␣tegenhoudt␣tegenkomt␣tegenlacht␣tegenspartelt␣tegenspeelt␣tegenspraakt␣tegenspreekt␣tegensputtert␣tegenstaat␣tegensteekt␣tegenstelt␣tegenstemt␣tegenstreeft␣tegenstribbelt␣tegenvalt␣tegenwerkt␣tegenwerpt␣tegenzat␣tegenzit␣tegen

59 definities gevonden

  • at␣tegen — w. Enkelvoud verleden tijd van tegeneten.
  • brast␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenbrassen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenbrassen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenbrassen.
  • eet␣tegen — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van tegeneten #gebiedende wijs van tegeneten.
  • gaat␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegengaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegengaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegengaan.
  • houdt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenhouden.
  • komt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenkomen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenkomen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenkomen.
  • lacht␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenlachen.
  • spartelt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspartelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspartelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenspartelen.
  • speelt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenspelen.
  • spraakt␣tegen — w. Gij-vorm verleden tijd van tegenspreken.
  • spreekt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenspreken.
  • sputtert␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensputteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensputteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegensputteren.
  • staat␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstaan.
  • steekt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensteken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegensteken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegensteken.
  • stelt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstellen.
  • stemt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstemmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstemmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstemmen.
  • streeft␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstreven.
  • stribbelt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstribbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstribbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstribbelen.
  • valt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenvallen.
  • werkt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenwerken.
  • werpt␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenwerpen.
  • zat␣tegen — w. Enkelvoud verleden tijd van tegenzitten.
  • zit␣tegen — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenzitten #gebiedende wijs…
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.