Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de vijfde tot laatste letter te kiezen
Klik om de vijfde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 12
Er zijn 11 woorden eindigend met UIDTaanduidt afkruidt beduidt duidt inluidt kruidt luidt naar␣verluidt uitduidt uitluidt verluidt 27 definities gevonden- aanduidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanduiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanduiden.
- afkruidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkruiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkruiden.
- beduidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beduiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beduiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beduiden.
- duidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van duiden.
- inluidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluiden.
- kruidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kruiden.
- luidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van luiden.
- naar␣verluidt — bijw. Volgens berichten waarvan de betrouwbaarheid niet zeker…
- uitduidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitduiden.
- uitluidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- verluidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verluiden.
|