Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zesde tot laatste letter te kiezen
Klik om de zesde tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 10 13
Er zijn 13 woorden eindigend met VANGTaanvangt afvangt bevangt invangt omvangt ondervangt ontvangt opvangt terugontvangt uitvangt vangt vervangt wegvangt 32 definities gevonden- aanvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen.
- afvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvangen.
- bevangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevangen.
- invangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invangen.
- omvangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omvangen.
- ondervangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ondervangen.
- ontvangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvangen.
- opvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvangen.
- terugontvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- uitvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvangen.
- vangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vangen.
- vervangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vervangen.
- wegvangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvangen.
|