Lijst met woorden eindigend met Snelle modus Klik om de zevende tot laatste letter te kiezen
Klik om de zevende tot laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 13
Er zijn 24 woorden eindigend met VOOROPgaan␣voorop gaat␣voorop ga␣voorop gingen␣voorop ging␣voorop liepen␣voorop liep␣voorop loopt␣voorop loop␣voorop lopen␣voorop staan␣voorop staat␣voorop sta␣voorop stelden␣voorop stelde␣voorop stellen␣voorop stelt␣voorop stel␣voorop stonden␣voorop stond␣voorop voorop zetten␣voorop zette␣voorop zet␣voorop 43 definities gevonden- gaan␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooropgaan.
- gaat␣voorop — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropgaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropgaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooropgaan.
- ga␣voorop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropgaan. — w. Gebiedende wijs van vooropgaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropgaan.
- gingen␣voorop — w. Meervoud verleden tijd van vooropgaan.
- ging␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooropgaan.
- liepen␣voorop — w. Meervoud verleden tijd van vooroplopen.
- liep␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooroplopen.
- loopt␣voorop — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooroplopen.
- loop␣voorop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen. — w. Gebiedende wijs van vooroplopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen.
- lopen␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooroplopen.
- staan␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooropstaan.
- staat␣voorop — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooropstaan.
- sta␣voorop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstaan. — w. Gebiedende wijs van vooropstaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstaan.
- stelden␣voorop — w. Meervoud verleden tijd van vooropstellen.
- stelde␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooropstellen.
- stellen␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooropstellen.
- stelt␣voorop — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooropstellen.
- stel␣voorop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen. — w. Gebiedende wijs van vooropstellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen.
- stonden␣voorop — w. Meervoud verleden tijd van vooropstaan.
- stond␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooropstaan.
- voorop — bijw. In een rij of groep als eerste in de bewegingsrichting. — bijw. Aan de voorkant bovenop. — bijw. (Figuurlijk) als één der eersten: Het bedrijf loopt voorop…
- zetten␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooropzetten. — w. Meervoud verleden tijd van vooropzetten.
- zette␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooropzetten.
- zet␣voorop — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropzetten#gebiedende wijs…
|