WoordenlijstenZoek woorden

Het woord habitue staat in de Wiktionary

25 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)

— Nederlands woord —
  • habitué n. Iemand die ergens een vaste bezoeker is; iemand heel vaak ergens komt; een vaste klant.
— in het Duits —
  • Habitué S. Regional (Österreich, Schweiz), sonst veraltet: Person, die…
— In het Engels —
  • habitue n. Alternative spelling of habitué.
  • habitué n. One who frequents a place.
  • habitué n. A devotee.
— In het Frans —
  • habitue v. Première personne du singulier du présent de l’indicatif de habituer.
  • habitue v. Troisième personne du singulier du présent de l’indicatif de habituer.
  • habitue v. Première personne du singulier du présent du subjonctif de habituer.
  • habitue v. Troisième personne du singulier du présent du subjonctif de habituer.
  • habitue v. Deuxième personne du singulier de l’impératif de habituer.
  • habitué adj. Qui a l’habitude.
  • habitué n.m. Celui qui a l’habitude d’aller dans un lieu.
  • habitué n.m. (Religion) Prêtre qui a la permission de son évêque de…
  • habitué v. Participe passé masculin singulier de habituer.
— In het Spaans —
  • habitué v. Primera persona del singular (yo) del pretérito perfecto…
  • habitúe v. Primera persona del singular (yo) del presente de subjuntivo de habituar.
  • habitúe v. Tercera persona del singular (ella, él, ello; usted, 2.ª…
  • habitúe v. Segunda persona del singular (usted) del imperativo de habituar.
— In het Portugees —
  • habitue v. Primeira e terceira pessoa do singular do presente do modo…
  • habitue v. Terceira pessoa do singular do imperativo afirmativo do verbo habituar.
  • habitue v. Terceira pessoa do singular do imperativo negativo do verbo habituar.
  • habitué adj. (Estrangeirismo) habituê.
  • habitué s. (Estrangeirismo) habituê.
  • habituê adj. Frequentante com regularidade ou com muita iteração.
  • habituê s. Pessoa frequentante com regularidade ou com muita iteração.
9 Nederlandse woorden uit de Nederlandse definitie

bezoeker die een ergens heel iemand klant komt vaak

8 Nederlandse woorden uit 24 buitenlandse definities

aller dans del die passé Première singulier spelling

1 vreemd woord uit de Nederlandse definitie

vaste

70 vreemde woorden uit 24 buitenlandse definities

afirmativo a␣la Alternative Celui com Deuxième Deuxième␣personne devotee ella ello Estrangeirismo évêque frequentante frequents habituar habitude habituê habituer impératif imperativo indicatif iteração lieu masculin modo muita negativo One Österreich Participe Participe␣passé perfecto permission Person persona personne pessoa place Première␣personne présent présent␣du␣subjonctif presente pretérito pretérito␣perfecto Prêtre Primeira Primera Primera␣persona qui Regional regularidade Religion Schweiz Segunda Segunda␣persona singular son sonst subjonctif subjuntivo terceira terceira␣pessoa Tercera Tercera␣persona Troisième Troisième␣personne usted veraltet verbo who

4 achtervoegsels (Nieuwe woorden gevormd door het toevoegen van een of meer letters aan het einde van het woord.)

habitués habitueel habitueetje habitueetjes

2 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)

bit ITU

2 subwoorden RnL (Woorden geschreven van rechts naar links, gevonden zoals ze zijn in het woord. Minimummaat van 3 letters.)

bah -eut

Een anagram gevonden met een extra letter (Nieuw woord gevormd met de letter van het woord en een extra letter.)

habitués

Een neef (Nieuw woord gevonden door slechts één letter te wijzigen.)

habitus


Willekeurig woordTerug naar boven
Vorige woordVolgend woord


Zie dit woord in een andere taal

English Français Español Italiano Deutsch Português



Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.