Het woord staat in de Wiktionary9 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)— Nederlands woord —- immunologen n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord immunoloog.
— Nederlands woord, definieer in het Engels —- immunologen n. Plural form of immunoloog.
— in het Duits —- Immunologen V. Genitiv Singular des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Dativ Singular des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Akkusativ Singular des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Nominativ Plural des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Genitiv Plural des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Dativ Plural des Substantivs Immunologe.
- Immunologen V. Akkusativ Plural des Substantivs Immunologe.
7 Nederlandse woorden uit de Nederlandse definitiehet immunoloog Meervoud naamwoord van zelfstandig zelfstandig␣naamwoord 3 Nederlandse woorden uit 8 buitenlandse definitiesdes form immunoloog 8 vreemde woorden uit 8 buitenlandse definitiesAkkusativ Dativ Genitiv Immunologe Nominativ Plural Singular Substantivs 8 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)gen log loge logé -loge logen nol ogen 2 subwoorden RnL (Woorden geschreven van rechts naar links, gevonden zoals ze zijn in het woord. Minimummaat van 3 letters.)ego neg
Zie dit woord in een andere taalEnglish Français Español Italiano Deutsch Português
|