Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van tien letters bevattend met ANCHblancheert blancheren franchisen franchises franchiset ICT-branche manchester manchetjes manchetten planchetje revancheer trancheert tranchejes trancheren tranchetje trancheurs 26 definities gevonden- blancheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blancheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blancheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blancheren.
- blancheren — w. Overgankelijk (kookkunst) het gedurende zeer korte tijd in…
- franchisen — w. (Economie) zakendoen waarbij een ondernemer (de franchisenemer)…
- franchises — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord franchise.
- franchiset — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van franchisen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van franchisen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van franchisen.
- ICT-branche — n. De bedrijfstak van de ICT, een vakgebied dat zich bezighoudt…
- manchester — n. Zwaar ribfluweel. — bijv. Uit manchester vervaardigd.
- manchetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord manchet. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord manche.
- manchetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord manchet.
- planchetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord planchet.
- revancheer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revancheren. — w. Gebiedende wijs van revancheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revancheren.
- trancheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trancheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trancheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van trancheren.
- tranchejes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tranche.
- trancheren — w. Overgankelijk (huishouden) (kookkunst) in plakken of stukken snijden.
- tranchetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tranche.
- trancheurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trancheur.
Zie deze lijst voor:
|