Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 15 woorden van zeven letters bevattend met AFRAafraadt afraagt afraakt afraapt afraast afraden afrader afrafel afragde afragen afraken afrapen afraspt afratel afrazen 26 definities gevonden- afraadt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden.
- afraagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen.
- afraakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraken.
- afraapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrapen.
- afraast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrazen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrazen.
- afraden — w. Iemand trachten te overtuigen een voornemen niet uit te voeren.
- afrader — n. Iets waarvan je tegen een ander zegt dat hij het beter niet kan doen.
- afrafel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrafelen.
- afragde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afraggen.
- afragen — w. Spinrag met een ragebol verwijderen. — w. Iets van spinrag ontdoen.
- afraken — w. Niet meer belast worden door iets vervelends. — w. Iets verlaten.
- afrapen — w. Iets ergens vanaf pakken. — w. Gekarnde boter van melk afscheppen.
- afraspt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraspen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraspen.
- afratel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afratelen.
- afrazen — w. Met grote of wilde snelheid naar beneden gaan. — w. Met grote of wilde snelheid naderen. — w. Heel snel praten; afratelen.
Zie deze lijst voor:
|